De emotionele rollercoaster genaamd 'WK'

Gepubliceerd op 17 november 2019 om 10:00

Ik loop het wedstrijdbad binnen en ineens klap ik helemaal dicht. Wat is dit nou? Zo ben ik helemaal niet, en dat terwijl ik juist zo'n zin had in dit toernooi. Ademhalen Zijderveld, rustig ademhalen..

In de aanloop naar het WK toe werd me vaak gevraagd wat ik er zelf van verwachtte. Natuurlijk had ik doelen, maar om nou van de daken te schreeuwen dat ik op alle vier de afstanden een medaille kon halen? Zo'n type ben ik niet. Als het gaat om mijn prestaties ben ik wat terughoudend, we zijn immers allemaal mens.

 

En toch, in gedachten had ik het helemaal op een rijtje. De aanloop naar de WK was voor mij anders dan zoals ik het normaal doe: zwemmers doen een ding genaamd 'taperen'. Dit houdt in dat je in aanloop naar een belangrijk toernooi minder traint en vooral niet zo veel doet. Dit jaar had ik mijn taper anders opgebouwd. Normaal ben ik de onzekerheid zelve, maar dit had ik goed overlegd met mijn coach en ik had er volle vertrouwen in. Ik was minder gespannen dan ik normaal ben voor een toernooi en had er juist ontzettend veel zin in. Normaal heb ik wat gezonde spanning, maar echt zenuwachtig? Nee. Nooit.

Eenmaal in Londen aangekomen liepen we het wedstrijdbad binnen, en een kant die ik van mezelf niet eens kende, kwam naar boven. Zenuwachtig, hou op. Nu, twee maanden later, weet ik nog steeds niet zo goed hoe het kwam. Een beetje een mix van alles, noemen we het dan maar. 

 

De eerste dag mocht ik meteen aan de bak op de 50m vrije slag. Lekkere binnenkomer, dacht ik. Sprintafstanden vind ik fijn, maar wel de meest risicovolle. Als je een fout maakt, ben je weg. En dat is precies wat er gebeurde. Het aparte is juist, dat ik in de voorstart zat en me bedacht: 'moet dit een wk voorstellen?' Het voelde alsof ik een tussendoor wedstrijdje aan het doen was; het compleet tegenovergestelde gevoel van de dag ervoor. De fout die ik maakte, verkeerd aantikken, kostte me het zilver. Ik moest genoegen nemen met het brons. Zeker niet slecht, maar voor een perfectionist als ik niet genoeg. In mijn hotel heb ik mijn medaille op mijn nachtkastje gelegd en met toch wel wat waardering ging ik slapen. 

Tijd om na te denken was er niet, want op dag twee volgde misschien wel de tegenpool van de 50m vrije slag: de 200m wisselslag. Een afstand die juist gaat om duurvermogen, goed je race indelen en 'technisch sterk zwemmen', zoals wij dat noemen. Ik vind het dan ook een moeilijke afstand om te zwemmen, en vooral mentaal is deze een killer. Ik merkte dat ik ontzettend zenuwachtig was, en klapte zowat dicht. Bang, dat ik geen medaille zou halen. Bang, dat ik het zou verpesten. Tijdens de race kwam er een arrogantie in me naar boven die ik nog nooit heb gevoeld. Het klinkt misschien raar, maar ik voelde me zó ontzettend sterk tijdens die race. Op de vlinderslag zag ik dat ik aardig meekon met het veld, terwijl ik na dat eerste baantje normaal halverwege het veld lig. We keerden naar de rugcrawl en ik merkte dat ik het eerste stuk bij Lisa in de buurt bleef. Mijn teamgenootje, sterk op de rugcrawl, zwemt normaal heel sterk rugcrawl. Achteraf bleek dat ze dat dit keer ook deed, maar dat mijn last-minute cursus rugcrawl - ik heb wat aan de basis gewerkt op ons laatste trainingskamp - toch iets goeds deed. Ondanks dat ik halverwege de race alsnog achter lag, dichtte ik het gat ontzettend snel op de schoolslag en toen ik zag hoe ik in het veld lag, waren mijn gedachten letterlijk 'kom op Chant, nou ga je het afmaken ook'. Ik had natuurlijk niet exact door hoe ik in het veld lag - met geluk kan je die ene baan naast je een beetje zien, maar daar houdt het ook op - dus toen ik aantikte en zag dat ik wereldkampioen was, viel mijn mond open. Het eerste wat ik zei tegen Lisa was 'sorry, sorry, sorry', maar dan iets hysterischer. Ze had immers het hele seizoen op deze afstand getraind.

Na een dagje rust gingen we verder met de 100m vrije slag. Aangezien ik vorig jaar op de EK het goud pakte, voelde ik de druk om nu weer de eerste Europese te zijn. Ik voelde me sterk en onzeker tegelijkertijd: de 100 vrij is een afstand waarop ik per ongeluk goed ben geworden, geen grap. Ik heb het altijd een leuke afstand gevonden, maar serieus was hij nooit voor mij, tot Dublin dus. Gelukkig kwam ik met mijn 'goede' hand uit op de muur en pakte ik het zilver, achter een Canadese en dus de snelste Europeaan. Check, die kunnen we afvinken. Opgelucht.

Als laatste was mijn kindje aan de beurt. De hele week heb ik moeten wachten op de afstand waarmee ik ben opgegroeid: de 100m schoolslag. In tegenstelling tot de 100 vrij kan ik mijn 100 school inmiddels drómen. Elke slag zit er inmiddels zo ingestampt dat ik er soms gek van word. Het mooie hiervan: het is nog steeds niet perfect. Sinds 2014 ben ik slechts één keer verslagen op deze afstand - jammer dat dan weer net op de Spelen moest zijn trouwens -  en het is voor mij dan ook de leukste en belangrijkste afstand. Ondanks dat ik weet dat ik een grote voorsprong heb op de rest van het veld, was ik ook nu ontzettend zenuwachtig. Je weet niet wat de rest van het veld doet, of er iemand is die verrast. Maar, ik wilde vooral zelf een goede race zwemmen. Schoolslag is een technische slag, en na de eerste paar slagen wist ik direct dat het niet goed zat. Ik zwom niet fijn en 'ritme zoeken' kostte me moeite. Maar ik gaf niet op, en trok toch even door. Wereldkampioen, wat een opluchting. Geen Wereld record, maar wel een kampioenschapsrecord (de snelste tijd ooit gezwommen op een WK op die afstand). En met een gat ook: de nummer twee tikte drie seconden na mij aan. De nummer drie kwam nog eens drie seconden na de nummer twee. Respectievelijk 1:12,55 - 1:15,26 - 1:18,68.

De WK was een emotionele rollercoaster. Na het aantikken op de 100m schoolslag ging er zoveel door me heen, en voelde ik zo veel. Ik was opgelucht, dat het voorbij was. Blij, dat ik weer een (gouden) medaille pakte. Teleurgesteld, dat ik niet mijn eigen wereld record had verbroken. Ambitieus, omdat ik ondanks een slechte race geen slechte tijd zwom, en dus weet dat er echt meer in zit. Trots, dat ik het maar weer geflikt had. Geliefd, dat elke keer dat ik omhoog de stands inkeek, mijn familie er zat en stond te juichen, schreeuwen, huilen, noem maar op. Als laatst verward, want zoveel zenuwen had ik tijdens een toernooi gehad.

 

Ik had mezelf zoveel druk opgelegd tijdens een toernooi. Maar achteraf ben ik, weg van alle andere emoties, vooral trots op mezelf. Vier afstanden, twee PR's, een Europees Record, kampioenschaprecord, twee goud, een zilver, een brons. De collectie thuis wordt uitgebreid en mijn kast met internationale medailles (EK, WK, Spelen) is met 15 stuks inmiddels vol. Een mooi excuus om opzoek te gaan naar een nieuwe kast, zeg ik zo. 

Reactie plaatsen

Reacties

Belinda
4 jaar geleden

Tranen...Trots...meevoelend...wat ontzettend knap om je gevoelens en ervaring zo te verwoorden...

๐Ÿ’๐Ÿ˜˜

Hans Zijderveld
4 jaar geleden

Heel mooi en eerlijk geschreven. Ook voor ons was het weer een zenuwenslag op de tribune. Mijn stem is volgens mij nog steeds schor van de 200 wissel๐Ÿ˜‰. We waren, zijn en blijven trots!